
Het stembureau registreert hoe de lokale vogelwachten één voor één hun stem uitbrengen.
FOTO MARCEL VAN KAMMEN
‘Niet afwachten
tot weidevogels
helemaal
uitgestorven zijn’
EARNEWALD Het plan om broedmachines in te zetten om de weidevogelstand op te krikken, is door een grote meerderheid van de Friese vogelwachten omarmd.
halbe hettema
Met 136 stemmen voor en 13 tegen waren de verhoudingen binnen de 74 aanwezige vogelwachten gisteravond duidelijk. Het bestuur van de BFVW kan verder gaan op de ingeslagen weg die moet leiden tot het inzetten van broedmachines om een impuls te geven aan de stand van de kievit en de grutto.
Tegelijk zal de bond zich blijven inzetten voor het verbeteren van de biotoop, zo is toegezegd.
Tot felle discussies leidde de kwestie niet meer. Die waren eerder al op interne bijeenkomsten gevoerd. Alleen van de Kollumer vogelwacht kwam nog serieuze tegestand. ,,Set yn op it leefgebiet fan de fûgels en lit de briedmasines earst mar’’, betoogde Sies Krap.
Daartegenover vertelde Jinke Kuperus van Wirdum tot welke successen haar stiekeme inzet van een broedmachine vroeger al eens had geleid en vroeg Jan Kroese van Bolsward zich af of de weidevogels eerst helemaal uitgestorven moeten zijn voor ze echt hulp krijgen.
Bondsvoorzitter Rendert Algra beklemtoonde dat het om een principe-uitspraak gaat. Vooronderzoek moet aantonen of het project kansrijk is en er zullen allerlei ontheffingen moeten worden verleend: ,,Mar as dat posityf útpakt, wolle wy fuortendaliks los.’’
Het plan is op kleine schaal te beginnen met het kunstmatig uitbroeden van eieren, om het vervolgens grootschaliger aan te pakken.
Wat het eierzoeken, betreft laat het bestuur het idee varen om voor het komende seizoen een ontheffing aan te vragen voor het rapen van het eerste Friese kievitsei. Dat had dan op het Provinsjehûs aangeboden kunnen worden aan commissaris der koning Arno Brok.
Het komt er niet van. Voorwaarde was dat natuurorganisaties elders in het land – die zich in het verleden tegen het rapen verzetten – zich achter deze beperkte aanvraag zouden stellen. Dat deden ze niet en dus gaat het feest niet door. Algra: ,,Wy wolle gjin gedonder ha. Wy hâlde it netsjes.’’
Daarmee is het eierzoeken niet definitief van de baan. De bond treft voorbereidingen voor een nieuw vijfjarig beleidsplan. Vooraf moet een enquête duidelijk maken wat de lokale vogelwachten wensen. ,,En dan wolle wy der serieus oer prate hoe’t it aaisykjen yn dit nije plan oppakt wurde sil’’, kondigde Algra aan. Dat nieuwe beleid zal in de komende herfst aan de leden worden voorgelegd. Ruim op tijd om, mocht dat de uitkomst zijn, een ontheffing aan te vragen voor het eierzoeken in 2019.
Onderstaand het antwoord van Jan-Kees Vendrik.
Beste Evert Jan,
het aangenomen voorstel van de BFVW getuigt van een te beperkt inzicht in de natuur en de geschiedenis.
Ook in Frankrijk heeft men al sinds 2005 getracht de stand van de patrijs op te krikken,
door jonge patrijzen uit te zetten in gebieden waar de jacht op de patrijs niet was toegestaan.
Wat een teleurstelling leverde een onderzoek na 10 jaar op.
Wat bleek heren van het Hoofdbestuur: slechts één op de tien uitgezette jonge patrijzen
vertoonden het broedgedrag dat hun ouders
ook al heel lang kenden.
Dat betekende dat negentig procent van de jong-adulten niet meer wisten
wat het uitbroeden van een nest inhield.
Er diende derhalve een geheel andere selectie plaats te vinden alvorens volwassen kuikens uit te zetten.
Een selectie die men niet kende!
En dan?
Hoe wil men dit fenomeen op de kievit van toepassing maken.
Gaan wij hennen in gevangenschap houden teneinde het broedgedrag over te kunnen brengen
op de kuikens die in de eieren zitten? Dat gaat niet lukken.
Kortom dit is geen goede oplossing.
Mogelijk dat het uitbroeden van de kievitseieren onder een krielkloek nog de
meest dicht bij de natuur liggende oplossing is.
Ik vind dat dat in ieder geval geprobeerd moet worden.
Maar ga a.u.b. niet aan de gang met uit de broedmachine afkomstige kuikens.
J.C. Vendrik is oud-oprichter en erelid van Vanellus vanellus.