Reactie van de Voni op dit artikel
Het gaat niet goed met de haas. Het aantal holt achteruit sinds 1950. Dat gaat natuurliefhebber Cees van der Starre uit Gouda aan het hart. Voor Staatsbosbeheer heeft hij jarenlang hazensafari’s gehouden.
Hans-Paul Andriessen 10-11-20, 11:57
,,Prachtig vond ik die hazensafari’s. Gingen we voor dag en dauw kijken naar het paringsritueel. De rammeltijd, heet dat. De rammelaars, de mannen, springen tegen elkaar op en trappen elkaar met de achterpoten. En de winnaar mag het vrouwtje dekken. Tenminste, als die het wil.”
Tekst gaat verder onder de foto.

Cees van de Starre wordt altijd blij als hij een haas ziet © Bram Gebuys
,,Ik word vreselijk blij als ik een haas zie. Het aantal neemt af, maar er zijn plekken waar-ie nog volop zit. Het is de kunst om ze te zien. De haas is een avonddier en overdag zit-ie in zijn leger een beetje te kijken. Zo'n leger stelt niets voor. Een beetje plat gemaakt gras, soms een kuiltje. Daarin overleeft hij alle seizoenen. Het zijn supersterke dieren en ze hebben een goed ontwikkeld veiligheidssysteem.”
,,Als je het veld ingaat blijft de haas liggen. Pas als je vlak bij hem bent schiet hij weg, je schrikt je rot. De haas vertrouwt geheel op zijn schutkleuren, je ziet hem nauwelijks liggen. Maar hij heeft jou al lang gehoord, hij kan zijn oren 190 graden naar buiten draaien. En ook heeft hij je al lang geroken door zijn sterk ontwikkelde reukzin. Zijn zijwaarts geplaatste ogen zorgen voor een blikveld van 360 graden.”
Tekst gaat verder onder de foto.

,,En dat-ie wegrent is terecht. Een schot hagel en hup in de pan. Volop wordt-ie bejaagd. Ik spreek wel eens jagers. Ze halen de slechtste er tussen uit. Zeggen ze. Liggen er op zo’n boerenerf veertig, vijftig prachtige dieren. Groene woestijnen zijn het aan het worden. Hoeveel weidevogels waren er in mijn jeugd! Als roofdieren een kwart van de kuikens opvraten was er niets aan de hand. Nu zijn er bijna geen weidevogels meer. Het voedsel voor die rovers is dus ook stukken minder. Die pakken steeds vaker een jong haasje.”
Bunzing
,,In de polder is steeds minder te eten. De bunzing trekt weg. Bij mijn zwager midden in Gouda zat er een. Ze slopen kippenhokken en vreten cavia’s op. Het bodemleven in de polder is stukken minder. Dat is de pest voor allemaal kleine beestjes, zoals wormen. Ook voor de weidevogels zijn die heel belangrijk.”
,,Het is te gemakkelijk de boeren de schuld te geven. Het systeem dwingt ze in de richting van meer produceren, meer melk, meer koeien. Steeds zwaardere machines, steeds meer lenen. Maar ze houden onder aan de streep niet meer over. Dat is een eindeloze cirkel.”
Tekst gaat verder onder de foto.

Bij het maaien sneuvelen jonge hazen tussen de messen. © Frans Nikkels
,,Gelukkig is er een kentering. De melkfabriek betaalt meer voor de melk van een boer die de koeien buiten heeft lopen, die de slootkanten laat staan en die bloemen en kruiden door zijn graszaad doet. Zo komen er steeds meer kringloopboeren, die de natuur weer ruimte geven. En dan komt het goed met de haas. Die is ijzersterk.‘’
Rode Lijst: aantal boerenlanddieren gehalveerd
De haas wordt niet bedreigd, maar het aantal is sinds 1950 met 61 procent afgenomen tot zo’n 25.000 dieren. Dat staat in de Rode Lijst Zoogdieren 2020, die deze week is gepresenteerd. De grootste bedreiging vormt de moderne landbouw. De vergroting van percelen, het gebruik van onkruidverdelgers, het opruimen van akkerranden en bosjes. Verder maken weilanden plaats voor mais en het gras wordt eerder en vaker gemaaid waarbij hazen worden gedood. Wat voor de haas geldt, geldt voor tien andere dieren van het boerenland zoals bunzing, hamster, hazelmuis, hermelijn, veldspitsmuis en wezel. Goed gaat het met grote zoogdieren die niet meer worden bejaagd en profiteren van schoner water zoals otter, bever en de gewone en grijze zeehond.

Jonge hazen verstoppen zich in het hoge gras. © PrVier hazenjongen zijn in een kuip gezet om na het maaien weer in het veld te worden gezet voor de hereniging met hun moeder. © Danny Spanjaard