College van B&W en de leden van de Raad
van de gemeente Stichtse Vecht,Postbus 1212,
3600 BE Maarssen.
Westbroek, 06-10-2014.
Bezwaarschrift.
Betreft: vergunningverlening voor inrichting en oprichting van een baggerdepot in de Bethunepolder te Tienhoven, het uitbaggeren van trekgaten en het ophogen van legakkers.
Geachte leden van het College, geachte leden van de Raad,
In de VAR van 16-07 en van 17-09 jl. spreekt u over de inrichting van een baggerdepot in de Bethunepolder. Ik ben daardoor op het verkeerde been gezet. Het depot wordt misschien gemaakt in de Molenpolder en dat is heel wat anders. Daarnaast heeft de Provincie nog geen vergunning afgegeven en kan Staatsbosbeheer zonder deze niet beginnen.
Staatsbosbeheer heeft meer dan 20 jaar niets aan onderhoud van de Westbroekse en Molenpolder zodden gedaan. Omdat het water toch wel erg ondiep werd, is omstreeks 2002 een peilaanpassing gedaan met 20 cm erbij.
Nu wordt het weer ondiep en wil Waternet, op aansturing van SBB, het tot een zogenoemd flexibel peil laten komen. Daarbij zal het peil variëren tussen - 90 cm ( dat is dus erg hoog) en -115 cm ( dat is dus erg laag ).
Maar omdat het een flexibel peil is, is het mogelijk dat het gehele jaar het peil op -90 komt te staan en bij uitzondering op -115. In de praktijk betekent dit een peilverhoging van 25 cm. Hierdoor neemt de kwel ernstig af en wordt een grote afname van de buffercapaciteit van het gebied bereikt. In tijden van hoog water, bij grote regenval, zullen door dit peilgedrag, andere gebieden in het stroomgebied naar het IJsselmeer ook hogere waterstanden krijgen.
Het is juist dan dat de legakkers onder water komen te staan.
In 2014 is er dan een subsidie uit Europa die het baggeren volledig kostendekkend kan financieren. Bij Europa is niet bekend hoe de subsidie besteed gaat worden want dat wordt achteraf getoetst, tenzij bekend wordt hoe een verkeerde besteding uit kan gaan pakken.
Dat de bagger gedeeltelijk vervuild is wordt niet vermeld.
De bureaux, die de “onpartijdige ” aanvraag van Staatsbosbeheer zo rooskleurig mogelijk willen beschrijven, staan in de rij. Het kost hen geen moeite te schrijven dat van Roerdomp, Purperreiger en Zwarte stern géén broedgevallen bekend zijn.
En dat terwijl de Provincie nog op 27 december 2012 een volledige subsidie voor het afgraven en inrichten van een broed-, en foerageergebied voor purperreigers en roerdompen in de Molenpolder heeft afgegeven.
Nu wil men de legakkers gaan ophogen met bagger - die uitgespoeld wordt door de regen - en versterken met zand uit de trekgaten. Daarbij treden twee effecten op die in de rapportage niet worden genoemd en cruciaal zijn voor vaststelling van doelen in het gebied.
1. De bodem van elk trekgat in ons gebied bestaat niet louter uit bagger maar ook uit een oerlaag die daar onder zit. Deze oer-veenlaag is keihard, ondoorlaatbaar en op sommige plaatsen meer dan een meter dik.
Het zand dat onder deze oerlaag zit, is geen gewoon zand. Het is “loopzand “ ; zeer fijn zand dat bij in de hand nemen niet gevoeld kan worden.
Door het beschadigen van de oerlaag komt kwelwater door de oerlaag omhoog en neemt daarbij grote hoeveelheden zand mee. Na verloop van tijd, tussen 1 en 10 jaar, komt het zand tot boven het water uit te staan. Dit zand is zo fijn dat het niet geschikt is om legakkers mee op te hogen. Bij de eerste de beste regenbui wordt het weggespoeld.
Bijkomend effect is dat door het beschadigen van de oerlaag en dus het openen van een “nieuwe” kwel, de druk op andere natuurlijke kwellen af zal nemen.
2. Door het ophogen van de legakkers ontstaat een nog betere biotoop voor de in het gebied aanwezige vossen. Staatsbosbeheer, dat nu al niets doet aan de veel te hoge vossenstand wekt de indruk dat zij de zorg heeft voor de bodembroeders in polder en moeras. Maar die zijn er bijna niet meer en zullen ook niet terugkomen laat staan gaan broeden.
De fout die is gemaakt is de verhoging van het peil.
Door het verhogen van het peil neemt de druk op de nog aanwezige kwellen toe en neemt de uitstroom van kwelwater beduidend af.
Zou de kwel wel goed hebben gewerkt dan wordt door het hoge ijzergehalte van het kwelwater veel fosfaat houdende bagger gebonden en via bestaande waterafvoergangen afgevoerd, uiteindelijk naar zee.
Het is dan ook een historische fout indien deze vergunning toch zou worden afgegeven.
Bovenop de onherstelbare schade aan de zodden moet de provincie dan binnen tien jaar weer op zoek moet naar een Europese subsidiepot. Waarbij de vraag gesteld kan worden of Europa wel weet waar deze gelden voor gebruikt gaan worden.
De natuur in de Molenpolder lijdt al veel te lang onder de korte termijn visies van Staatsbosbeheer. In de jaren 80 van de vorige eeuw werd het land met belastinggeld opgekocht voor het behoud van de weidevogels. Toen dat voor Staatsbosbeheer te moeilijk bleek werd de doelstelling gewijzigd in behoud van plantjes, en herstel van biodiversiteit .
En ook dat lukt niet.
Ik vraag u derhalve de vergunning niet te verlenen, het peil terug te brengen naar het niveau van voor 2001 en er bij Staatsbosbeheer op aan te dringen dat zij de jacht op de vos conform het provinciaal Faunabeheerplan in moet vullen.
U dankend voor uw aandacht.
hoogachtend:
J.C.Vendrik,
dr. Welfferweg 78,
3615 AP Westbroek.
Dit bezwaarschrift wordt schriftelijk en financieel ondersteund door de Verenging Onafhankelijke Natuur Informatie.